Mazurië & Mazovië.reismee.nl

We zijn onderweg - Magdeburg en Poznan

Magdeburg,
De regent gestaag als we de straat uitrijden. Gelukkig is de auto gisteren al ingepakt, want inpakken met regen is niet plezierig. Ondanks het feit dat de geplande vrije middag ook al in het water was gevallen, zijn we er nu helemaal klaar voor. Er gaat slechts een fractie van de bagage mee, dan tijdens de zomervakantie. Het is niet de bedoeling dat de bagage zichtbaar is en dat is goed gelukt.
Het is rustig onderweg naar het oosten Elders staan lange files, met name rond Rotterdam en Amsterdam. We bezoeken onderweg de Hameln, de stad van de rattenvangers. Dat staat op het bord als je de plaats binnenrijdt. Grappig. De stad is druk en zien veel mooie authentieke vakwerkhuisjes. Daarna gaan we binnendoor naar Magdeburg. De stad waar ik eerder al wat over heb geschreven.
Met name net buiten het centrum is het verleden nog goed zichtbaar. Er is nog veel werk te doen. Inmiddels zijn we toch al weer ruim 20 jaar, na de val van de muur. Een enorme opgave om de staat van wegen, gebouwen en bedrijven gelijk te krijgen met het “oude westen”. De stad is veel rustiger dan andere grote steden en als we aankomen is het toch al rond de avondspits.
De milieu zones zijn goed aangegeven. De buitenring is code geel en het centrum code groen. Begin van het jaar heb ik een creditkaart aangevraagd voor mijn autootje. Helaas werd daarvoor “slechts code”geel”voor afgegeven. Dit omdat de auto ouder is dan 5 jaar. Dat houdt in dat ik met mijn auto de stad niet in mag. Gelukkig hebben we het hotel via geel bereikt. Zonder geheid, ik had er wel rekening mee gehouden bij de planning. Berlijn was een goede les dit voorjaar …
Morgen gaan we naar Poznan, misschien zijn er weer nieuwe verhalen. Groet en tot de volgende keer. Jan

PS de eerste Magdenburger schnitzel is verorbert .. en dat natuurlijk met een heerlijk Duits biertje ..

Poznan.
Een stalende zon met een middagtemperatuur van 23 graden is extreem voor deze tijd van het jaar, maar ….. wel heel erg lekker.
Bijna geheel binnendoor gereden, eerst door het oostelijke deel van de voormalige DDR en later door de natuurgebieden, moerassen en bossen van wetselijk Polen. Alsof de tijd heeft stilgestaan. Een paar koeken gekocht bij de bakkerskraam die was neergestreken in een klein dorpje. Winkels kom je daar nauwelijks tegen. De koeken waren wel lekker.
In Poznan zijn we terug in het Westen. Druk, druk en nog een druk, op de weg, in de stad. Ons hotel, wa waren hier tien jaar geleden ook, was het aardig opgeknapt, een restaurant er bij en de receptie netjes achter een balie. Mooie schone kamers.
Aan het eind van de middag de stad in, zo’n 20 minuten lopen. Alles weer herkend, lekker gegeten en met een Pools biertje is ook helemaal niets mis. Welterusten voor vanavond. Morgen rijden we richting Gdansk, ongeveer 275 km. Groetjes.

Proloog, een tweede deel

Proloog, het tweede deel. Er is wat meer te vertellen dan eerst werd bedacht.

Gierloz, Hitlers hoofdkwartier, het Hol van de Wolf, de Wolvenschans, Hitlers hoofdkwartier is één van meest trieste plaatsen in de regio maar trekt natuurlijk veel bezoekers. Het feit dat juist daar de beruchte mislukte aanslag op de dictator plaats vond eind 1944 [Von Staufenberg – de film Die Walkure] zal er wel iets mee te maken hebben. Het complex bestaat uit een tachtigtal gebouwen waaronder 50 bunkers. Het was een kleine stad op zichzelf met een eigen elektriciteitscentrale, een treinstation, een casino, een bioscoop en een vliegveld. Alles was omringd met prikkeldraad en mijnenvelden. Eind 1945, bij het naderen van de Russische troepen, bliezen de Duitsers het complex grotendeels op. Dit betekent dat je merendeels slechts ruïnes bezichtigt. De sfeer is wel zeer sinister. Deze locatie ligt niet helmaal op de route, maar afhankelijk van de tijd en het weer willen we toch hier een bezoek brengen.

Het zijn geen gezelligheids bezoeken die worden afgelegd als je een straf-, of vernietigingskamp bezoekt. Het beinvloed je humeur in sterke mate. Vooral indrukwekkend en ook leerzaam. Indrukwekkend waren vooral ook onze bezoeken aan Auschwitz en Birkenau in 1990 en 2003 en tussendoor ook Mauthauzen in Oostenrijk.

Bij de voorbereiding van deze reis kwam ik het verhaal tegen van de opzet en uitwerking van de vernietigingskampen die zijn gebouwd. Opnieuw maakt het weer zo’n indruk, dat ik het niet na mag laten het verhaal ook hier te plaatsen. Het is een verschrikkelijk, maar helaas wel een waar verhaal, dat niet genoeg verteld kan worden en eigenlijk nog steeds verteld MOET worden. Of we deze keer ook hier weer naar toe kunnen gaan, kunnen jullie later lezen.

een ware hel. In het gebied op de grens tussen Mazurië en Mazovië, ten noordoosten van de hoofdstad Warszawa [Warschau] ligt Treblinka.

Treblinka I werd in de zomer van 1941 operationeel. Het had een bezetting van zowel Polen als Joden. De meesten werden gedwongen tewerkgesteld in de steengroeve bij het kamp of op het station van Malkinia. Enkele gevangenen werkten in het kamp zelf , vrouwen werden tewerkgesteld op de kampboerderij.

In totaal konden 1000 à 1200 personen tegelijkertijd gevangen worden gehouden. De bezetting veranderde steeds doordat er gevangenen overleden als gevolg van het regime in het kamp, dat was gebaseerd op terreur en honger. Meer dan 20.000 personen werden geïnterneerd in het kamp, waarvan meer dan de helft dit niet overleefde. In 1944 werd het kamp ontmanteld om het oprukkende Rode Leger in het ongewisse te laten om wat zich hier had afgespeeld.

Nabij het Poolse dorp Treblinka werd in 1942 door de SS het vernietigingskamp Treblinka II gebouwd.

Eind 1941 raakten de nazi's ervan overtuigd dat er maar één Endlösung der Judenfrage was: totale vernietiging. Tot die tijd hadden de nazi's nog het idee om de Joden af te zonderen in aparte wijken of steden in Getto’s. Door de verovering van Oost-Europa kwamen er zoveel Joden bij dat afzondering niet meer als mogelijkheid werd gezien. Op 20 januari 1942 vond de Wannseeconferentie plaats, hier werd voor het eerst binnen de gelederen van de SS uitgesproken dat de Joden moesten worden vernietigd. Al snel gingen de nazi's over tot het bouwen van vernietigingskampen, waarvan Treblinka II er één was. In 1941 had men o.a. in Auschwitz geëxperimenteerd hoe men grote aantallen mensen in één keer kon ombrengen, daar waren gaskamers als meest geschikte oplossing uitgekomen.

De bouw van Treblinka II startte in mei 1942, het kamp was gereed voor gebruik in juli 1942. Joden uit Warschau en steden in de buurt en gevangenen uit Treblinka I werden ingezet bij de bouw en camouflage van het kamp. Anders dan Treblinka I was Treblinka II geen strafkamp maar een vernietigingskamp, uitsluitend gericht op het doden van gevangenen. De gevangenen die Treblinka bouwden, werden als eerste vergast omdat geen enkele gevangene mocht blijven leven die zou kunnen getuigen van of tegen de Holocaust.

De eerste kampcommandant was SS-Obersturmführer Eberl, een Oostenrijker die in het euthanasiecentrum Bernberg had gewerkt. In euthanasiecentra werden gehandicapten om het leven gebracht. Eberl had geen idee hoe hij een grootscheepse vernietiging als in Treblinka II moest aanpakken. Het liep al snel spaak: treinen met slachtoffers stonden dagen te wachten op het spoor, het kamp lag vol met rottende lijken. Hierdoor dreigde de operatie minder in het geheim te verlopen dan de Duitsers wensten, de omwonenden konden duidelijk de stank ruiken.

Eind 1942 gaf ene Stangl opdracht tot de bouw van een imitatiespoorwegstation. Levensechte perrons, loketten, een klok met geschilderde cijfers die steeds op 6 uur stonden, een café en allerlei overzichten met vertrektijden moesten de illusie wekken dat men op een écht station aankwam. Bedoeling van de SS was de nieuw aangekomen slachtoffers te laten geloven dat zij in een doorgangskamp waren aangekomen, dat moest hen rustig houden. Wat de aangekomenen niet wisten was dat er slechts één uitgang was, de 'dodenweg' naar de gaskamers. Verreweg de meeste gevangenen werden binnen twee uur na aankomst vergast.

Het kamp mat ca. 400 bij 600 meter en was in drie zones ingedeeld: het deel dat voor de bewaking en opslag van goederen in gebruik was, de ontvangstzone en het deel waar vernietiging plaatsvond. Binnen het kamp was een vierkant van 100 x 100 meter afgezet, hier verbleven de Joodse gevangenen die de SS moesten helpen met de vernietiging. Verder was het kamp verdeeld in het Lage Kamp: het woongedeelte voor Duitsers en bewakers. Het Lage Kamp kende luxewoningen, een dierentuin en een 'Biergarten'. Het andere deel - het Hoge Kamp of Totenlager- was het echte vernietigingskamp.

bijna alle sporen uitgewist

De inkomende transporten bestonden uit treinen met ca. 50-60 veewagons, waarin 6000 tot 7000 personen werden vervoerd. Bij aankomst werd de gevangenen meegedeeld dat ze in een doorgangskamp waren aangekomen, dat ze om hygiënische redenen moesten douchen en hun kleren moesten laten ontsmetten. Persoonlijke bezittingen en kostbaarheden konden tijdelijk in bewaring worden gegeven. Hierna werden ze de gaskamers binnengeleid en aldaar om het leven gebracht. De lijken werden verbrand.

Al in september 1942 hadden vele honderden duizenden Joden uit Warschau, Radom, Lublin het leven gelaten in kamp Treblinka. Na de winter van 1943 lag dit aantal al op ruim een miljoen, slachtoffers afkomstig uit het district Radom, Lublin, het Generalgouvernement, Bialystok en diverse plaatsen in andere landen.

Er waren diverse verzetsacties in het kamp, waaronder de moord op de SS'er Max Biala door Meir Berliner op 11 september 1942. In 1943 werd een verzetsgroep geformeerd, die er op 2 augustus in slaagde de wapenkamer te openen. Doordat enkele SS'ers besloten te gaan zwemmen zagen de opstandelingen hun kans schoon en openden het vuur op de kampbewakers. Een benzinestation ontplofte en houten barakken werden omgeblazen. Veel opstandelingen trachtten door de prikkeldraadversperringen te ontkomen maar de meesten werden door bewakers op de wachttorens neergeschoten. Slechts zestig van de opstandelingen overleefden de oorlog.

Nadat op 21 augustus 1943 de laatste slachtoffers waren vergast, werd het kamp ontmanteld en het terrein omgebouwd tot een boerderij. Een Oekraïense bewaker, Streibel, werd achtergelaten om de indruk te wekken dat er niets bijzonders was gebeurd en om te voorkomen dat de lokale bevolking aan de haal zou gaan met eventueel achtergelaten kostbaarheden. De laatst overgebleven Joodse gevangenen, die het kamp hadden moeten ontmantelen, werden overgebracht naar Sobibor. In november van datzelfde jaar was het kamp geheel ontmanteld. De SS'ers werden elders te werk gesteld, de meeste waren inmiddels in zeer goede doen doordat zij zich een groot deel van de bezittingen van de omgebrachte Joden hadden toegeëigend.

Huidige onderzoeken duiden er echter op dat het aantal slachtoffers wel eens te laag geschat zou kunnen zijn.

Na de oorlog zijn enkele opgepakte oorlogsmisdadigers werkzaam in Treblinka II opgehangen, nadat zij tot de doodstraf waren veroordeeld wegens misdaden tegen de mensheid.

Zoals gezegd, is het mogelijk dat we tijdens deze reis ook nog kunnen kennismaken met een bezoek aan Treblinka. Vanaf 10 mei 1964 is er een Nationaal Monument. Er is getracht om het kamp met graniet te doen herleven: waar de rails lagen, liggen nu granieten biels. Ook het hekwerk wordt uitgebeeld door graniet, evenals de wachttorens.

De plek waar eerst drie en later dertien gaskamers stonden is bebouwd met een gigantische zuil met daarop de menora. De kuil waarin de lijken werden gecremeerd is verbeeld met een materiaal dat het meest lijkt op gestold teer.

Op het overgebleven terrein is een symbolische begraafplaats verrezen met puntige stenen. In sommige stenen staan inscripties om belangrijke personen die hier vermoord zijn te gedenken of om de totale afgevoerde en vernietigde populatie van één stad te gedenken.

Komende vanaf het noorden passeer je eerst Malkinia Gora, voorheen een belangrijke doorgangsplaats voor de treintransporten. Verderop staat er op de hoofdweg in het dorp Treblinka een aanduiding Muzeum Walki Meczenstwa w Treblince, 4 km. Verderop komt men het dorp “Prostyn” tegen en nog verderop enkele betonblokken met de naam Treblinka en de lang verwachtte aanduiding naar Muzeum Walk i Meczenstwa Treblinka. Een moment van bezinning is op zijn plaats.

Voor nu een hartelijke groet, Jan

Proloog

Proloog.Omdat we weten dat de werkelijkheid altijd anders is dan de planning wordt dit verhaal nu al toevertrouwd aan de weblog. Na de intro nu de proloog. Dat betekent dat er een vervolg komt. Of dat ook tijdens de reis gaat lukken is nog de vraag.

In een notendop… Mazurië en Mazovië, het land van de duizend meren en vele uitgestrekte wouden en nog wat meer …. Dit gebied ligt in het noordoosten van Polen. De regio telt meer dan duizend meren, die onderling verbonden zijn via een netwerk van vele kanalen en rivieren. Voorafgaand aan het bezoek een aantal wetenswaardigheden, waarin een hel als een paradijs aan de orde komen.

een waar paradijs.
De natuur in Mazurië is aantrekkelijk voor watersporters en wandelaars. Een lange rivier doorkruist de regio en is en waar paradijs voor kajakliefhebbers. De regio is grotendeels bedekt met uitgestrekte bossen. Om de rijkdom van de natuur te behouden werden vele regionale landschapsparken gecreëerd. Er zijn in dit gebied meer ooievaars dan mensen … Nog even afwachten of we die gaan zien.. of dat ze wegtrekken naar warmere oorden voordat de winter begint.

de Taiga. Er zijn drie oerbossen nabij de grens met Wit Rusland [????????]. Een van deze gebieden ligt nabij onze overnachtingsplaats in Bialistok, het Nationaal park Bia?owie?a. Dit grensoverschrijdend park is bijna 200.000 ha groot. Het gaat hier om de meest westelijk gelegen Taiga. Vaak zijn de gedachten dan aan de enorm uitgestrekte Taiga’s in Rusland. Maar het gebied waar we naar toe gaan is het dichtstbijzijnde oerbos.

De Wit-Russische zijde.

Het Belavezjskaja Poesjtsja-hoofdkwartier te Kamenjoeki, Wit-Rusland bevat laboratoria, een dierentuin met onderandere inheemse dieren die men kan zien in hun natuurlijk milieu. Verder is er een klein museum. Er komen betrekkelijk weinig toeristen.

Wij zullen dit niet bezoeken, want het is niet eenvoudig een via voor dagbezoek te ontvangen en veel vertraging kunnen we hierdoor niet hebben tijdens deze reis.

De Poolse zijde

Het Bia?owie?a Nationaal Park, is een klein deel van het veel grotere woud van Bia?owie?a. Het was oorspronkelijk een jachtgebied van de Russische tsaren en Poolse koningen. Jaarlijks bezoeken veel toeristen het Poolse deel van het bos. In het dorp liggen diverse onderzoeksstations voor bosbouw en zoölogisch onderzoek.

Even ten westen van het dorp Bia?owie?a ligt een klein dierenpark, met daarin de meeste grote zoogdieren die in het bos van Bia?owie?a in het wild voorkomen; wisent, wild zwijn, ree, eland, wolf, lynx en edelhert. Daarnaast lopen er een aantal konikpaarden. We zullen zien wat we hier aantreffen.

Het bos is het enig overgebleven voorbeeld van een Europees gemengd laaglandbos. Er komen meer dan 1200 plantensoorten voor waaronder eeuwenoude eiken en esdoorns.

Hoewel het bos wereldberoemd is, onderwerp van vele biologische studies en delen de status van strikt natuurreservaat hebben, is het bos niet onbedreigd. Doordat het bos eeuwenlang de status van koninklijk jachtterrein had, werd het beschermd voor uitgebreide kap, maar vele diersoorten zijn er door uitgeroeid en later weer opnieuw geïntroduceerd.

De Russische tsaren hebben in de 19e eeuw, toen dit deel van Polen onder hun heerschappij viel, een wegenstelsel in de vorm van een ruitpatroon laten aanleggen met onderlinge afstanden van een Russische werst (ongeveer 1,067 kilometer). Zo konden ze gemakkelijker diep in het bos komen. Dat wegenpatroon ligt er nog steeds.

De Duitse bezetters legden in de Eerste Wereldoorlog een spoorwegennet aan om zo sneller het gekapte hout te kunnen afvoeren. Sinds die tijd is de kap van het bos doorgegaan tot op de dag van vandaag.

Poolse en Wit-Russische wetenschappers maken zich zorgen over de toekomst van het bos. In Wit-Rusland is in de tweede helft van 2003 bijvoorbeeld nog een oppervlakte van 300 hectare oerbos gekapt.

Al decennialang zijn er plannen om het gebied met de status nationaal park in Polen uit te breiden. Die discussie liep hoog op. De Poolse regering is eind 1999 gezwicht voor de druk van plaatselijke jagers, houtvesters en recreatieondernemers en heeft het niet aangedurfd.

De vraag komt boven of wij wel bij deze toeristen willen behoren. We gaan de houtkap daar zeker niet tegenhouden denk ik …

De grens loopt sinds 1945 kaarsrecht door het bos.

Nog een wetenswaardigheid: In het Wit-Russische deel van het bos werd op 8 december 1991 door de leiders van de Russische, Oekraïense en Wit-Russische sovjetrepublieken de overeenkomst tot ontbinding van de Sovjet-Unie gesloten.

Noem dat maar eens geen belangrijk moment!!

In het midden en oosten van Polen, Mazurië en Mazovië, gaan we een aantal zaken bekijken. Dat is in ieder geval de bedoeling.

het Elblag kanaal. Een kanaal, gegraven half 19e eeuw, geklasseerd als monument vanwege de hydraulische constructies bij de schutsluizen en hellingen. Het is een unieke waterweg die je kunt vergelijken met de sluizen (liften) van Strépy-Bracquegnies in Henegouwen. Deze indrukwekkende installatie is nog altijd operationeel: hellende vlakken, sluizen, dammen en veiligheidspoorten. Om een hoogteverschil van tientallen meter te overbruggen werden 5 hellende vlakken gebouwd waar telkens speciale platforms de boten op het droge naar een hoger gelegen kanaalstrook trekken.

de hoofdstad Olsztyn van Mazurië, ligt in het midden van dit merengebied en bezit op haar grondgebied zelf elf meren. De Gotische burcht in het centrum van de stad herbergde Nicolas Copernicus en is nu omgebouwd tot het nationaal museum van Mazurië.

een veldslag. Op 15 juli 1410 vond in Grunwald de grootste veldslag van de Middeleeuwen plaats. Het Pools-Litouwse leger versloeg er de Teutoonse ridders. Deze veldslag luidde het einde in van de overheersing van de Teutoonse ridderorde in Midden Europa. Je kunt er een museum bezoeken en het granieten herdenkingsmonument bezichtigen alsook de ruïnes van de kapel gebouwd na de veldslag. In het weekend van de herdenking van de slag kun je er jaarlijks kijken naar een indrukwekkende reconstructie van de slag zelf. Deze gaat gepaard met militaire parades, ridderspelen en andere folkloristische festiviteiten. Dit gaan wij daar vast niet meemaken, maar wie weet tijdens een volgend bezoek …

Voor als je nog iets meer wilt weten, er zijn ook minder leuke verhalen, die kan je die gaan lezen in het tweede deel van deze proloog. Tot dan en groet Jan

Intro

Intro.

Via Magdeburg naar Poznan, Gdansk en verder naar het merengebied in Nood Polen en de grens met Wit Rusland [Belarus], Bialystock en terug via Wroclav en Dresden.

Een eerste impressie van de streek, stad en het gebied van de reis naar Mazurië en Mazovië.

Magdeburg, de studentenopstanden in de DDR in de periode voordat de muur is gevallen in 1989. Poznan met de meest prachtige gebouwen en een rijke historie en bij Gdansk roept de herinnering aan Lech Walensa, de oprichting van Solidarno??, de opstanden en stakingen op de scheepswerven in Gdansk. Dan verder naar de westelijke taiga, Treblinka en via het midden van polen naar Dresden. Een stad verwoest aan het einde van de laatste wereldoorlog.

Een paar plaatsen en gebeurtenissen van nog niet zo lang geleden. We rijden langs deze route naar het Noordoosten van Polen. Poznan ligt aan de doorgaande route van Moskou naar Parijs, reden dat deze doorvoer stad uiteindelijk zo ver heeft kunnen ontwikkelen. Er wonen en werken nu ruim 600000 mensen.

Poznan. Op 28 juni 1956 vonden hier de eerste protesten plaats tegen het communistische regime in Polen. Arbeiders van de Cegielski-fabrieken begonnen de opstand, die spoedig keihard werd neergeslagen. Officiële bronnen spreken over 74 doden, waaronder een jongen van 12 jaar oud. Het eigenlijke dodental wordt over het algemeen aanzienlijk hoger geschat. Bijna duizend mensen raakten gewond.

In Hongarije werden later demonstraties gehouden bij het monument van Jozef Bem, de Poolse generaal die voor Hongaarse onafhankelijkheid streed, als steunbetuiging aan de Poolse opstandelingen. Deze demonstraties waren het begin van de Hongaarse Opstand van 1956.

Gdansk. In Starogard [Gd] hebben we bijna tien jaar geleden onze vrienden bezocht in hun kleine houten huisje. De hartelijkheid en gastvrijheid zijn opgedane ervaringen van de Polen in die tijd. De euro was nog niet doorgedrongen, maar was ook toen al een punt van discussie in de gezinnen, wat levert dit op. Wat zijn we straks kwijt? Wordt nu alles net zo duur als bij jullie? Wat betekent dit voor ons, worden de prijzen nu net zo hoog als bij jullie.

Hoe fantastisch is het bij jullie wel in het westen? Alles werd gezien, de TV stond de gehele dag aan, met ontvangst van de zenders uit het vrije westen .. maar kon toen nog niet over worden beschikt. Om geholpen te worden aan een ernstige aandoening, daarvoor kon je [als je heel veel geld en relaties had] misschien wel naar het westen. Helaas heeft dit uiteindelijk niet geleid tot genezing voor de ouders, onze vrienden. Ze mochten de 40 jaar net halen .. De kinderen hebben gelukkig een nieuwe start kunnen maken.

De streek en de mensen trekken, met nog een beeld van ruim 10 jaar terug. De rust, de prachtige landschappen, gastvrijheid, kleine winkeltjes met etalage’s vol. Vol met één productsoort, vol met blikken bonen. We gaan via de genoemde plaatsen naar dit gebied en in de volgende verhalen eerst nog de proloog in twee delen .... Tja ..als je eenmaal begint ..

Groet Jan.